Dat geduld een schone zaak is blijkt ook van toepassing op het verstandig omgaan met extreem lastige werkrelaties. Iedereen krijgt vroeg of laat wel te maken met een heel lastige collega. Of het nou om een leidinggevende, onderschikte, peer of toezichthouder gaat: een extreem slechte werkrelatie kan het plezier in werk compleet verpesten.
Maar in al deze situaties is er iets dat altijd helpt en dat is: dulden. Dulden bedoel ik dan niet in de passieve zin maar als een actief proces. Dulden is per slot van rekening een werkwoord. Taalkundig is dulden verbonden met geduldig en geduldig heeft twee betekenissen. De eerste: een afwachtend dulden van langdurige vervelende of moeilijke situaties, en de tweede: geduldig iets afmaken, een kalme en bedaarde volharding in het volbrengen van een taak. Het is vooral in deze tweede zin dat ik dulden zie als remedie tegen lastige werkrelaties.
Wat is er voor nodig om op een kalme en bedaarde manier te kunnen volharden in het volbrengen van een taak wanneer er ondertussen allemaal irritatie en gedoe is? Met andere woorden: hoe doe je dat?
Dulden begint ermee dat we in het contact met onze collega, manager, ondergeschikte etc. heel goed onderscheid maken tussen “de zaak” en “de mens”. De meest voorkomende oorzaak van frustratie bij het samen werken is dat dit onderscheid niet goed gemaakt wordt. Het is belangrijk om de onprettige interpersoonlijke emotionele reactie die we ervaren los te maken van onze rationeel zakelijke ideeën die we over een bepaald werkonderwerp hebben. Vaak zijn die twee aspecten van onze beleving teveel verstrengeld. En dan heeft de emotie ons in plaats van dat wij de emotie hebben. We kunnen dan boos worden of geïntimideerd (angst) en ons teveel aanpassen en dan kunnen niet meer helder zeggen (of zelfs denken) wat in een bepaalde zaak ons eigenlijke goed onderbouwde standpunt is.
Dulden brengt met zich mee dat we ons niet zozeer richten op de collega maar op het effect dat het contact met die collega op onszelf heeft. In het bijzonder brengt dulden met zich mee dat we onze emoties herkennen en los kunnen koppelen van het inhoudelijke standpunt dat we over dit of dat werkvraagstuk hebben. Wanneer we éénmaal dit onderscheid tussen zaak en emotie hebben leren maken hoeven we ook niet emotioneel te reageren en kunnen we ons richten op het actiever dulden; op de kalme en bedaarde volharding in het volbrengen van onze taak. Dat wil niet zeggen dat we geen emotie meer ervaren. In tegendeel, we kunnen woedend zijn, maar we besluiten om die emotie even los te koppelen van de zaak. We houden steeds ons oog op de bal. We herkennen, maar parkeren onze emoties. Zorg ervoor dat jij de emotie hebt in plaats van dat de emoties jou hebben. Blijf droog. Duldt actief. Dan win je altijd.
Betekent dit dat we geen aandacht aan “de mens” moeten geven? Juist niet. Maar wel gescheiden van “de zaak”. Misschien kun je tijdens een bepaald overleg of op een later tijdstip benoemen dat je die en die emotie ervaart bij dat en dat gedrag van de ander. Of kun je op een later moment aandacht geven aan de emotionele en persoonlijke kant van de zaak. Je kunt dan ook als je wilt rustiger met de ander delen wat zijn of haar gedrag met jou doet en de persoon vragen wat het met hem of haar doet. Je kan heel goed aandacht geven aan je collega als mens zonder dat dit de inhoud van de taak waar jij voor staat vertroebelt. “Hard op de zaak en zacht op de mens” is en blijft één van de belangrijkste vaardigheden voor goed leidinggeven en samenwerken.